Nietsvermoedend rijd je op een doodgewone dinsdagochtend richting werk. Koffiebeker in de ene hand, Spotify op standje adrenaline. En dan ineens: flits. Geen Instagram, geen paparazzi, maar een ijskoude snelheidsflitser die je portemonnee binnenstapt. Jawel, het is weer raak: de Europese flitsmarathon is begonnen. Een dag lang worden automobilisten op de proef gesteld, en de boetes vliegen hen letterlijk om de oren. In heel Europa, verspreid over maar liefst 29 landen, is het raak. En geloof ons, de pakkans is groter dan ooit.
Er wordt tijdens zo’n flitsmarathon niet zachtzinnig opgetreden. In Nederland alleen al werden vorig jaar op deze dag ruim 23.000 bekeuringen uitgedeeld. Dat is niet zomaar een getal; dat zijn 23.000 momenten waarop iemand dacht: “Ah, dit ene keertje kan wel.” Niet dus. Deze jaarlijkse actiedag is een Europese samenwerking waarbij politie-eenheden massaal controleren op snelheidsovertredingen. En geloof ons: als je ook maar iets boven de limiet zit, ben je de sjaak.
Je vraagt je misschien af waarom deze flitsmarathon überhaupt bestaat. Het antwoord is duidelijk: veiligheid. Snelheid is namelijk nog altijd een van de grootste oorzaken van ernstige verkeersongelukken. Minder hard rijden betekent minder impact, minder letsel, en in sommige gevallen zelfs een leven gered. De actie is bedoeld om bewustzijn te creëren, maar het levert natuurlijk ook een lekkere stroom boetegeld op. De kritiek blijft dan ook niet uit.
Critici wijzen erop dat zulke actiedagen vooral geld in het laatje brengen. Want of je nu vijf kilometer te hard rijdt op een verlaten snelweg of dertig te snel door een woonwijk zoeft – de boete komt er hoe dan ook. En met bedragen die kunnen oplopen tot honderden euro’s, is het geen goedkope grap. Voor 130 kilometer per uur rijden waar je maar 100 mag, betaal je al snel €313. Daar kun je een weekend weg van boeken. Of vijf tankbeurten. Of een nieuwe koplamp. Alles behalve een bon.
Wat deze marathon anders maakt dan een normale controle? De intensiteit. Denk aan anonieme politievoertuigen, statieven met camera’s, en zelfs drones die je snelheid monitoren. Ze zijn op plekken waar je ze niet verwacht. Geen bordje vooraf, geen waarschuwing. Alleen jij, je gaspedaal en de onzichtbare ogen van de wet. En ja, ook op plekken waar je normaal gesproken nooit gecontroleerd wordt.
Toch kun je je afvragen of het echt werkt. Wordt het verkeer er veiliger van? Of worden automobilisten slechts één dag per jaar voorzichtiger? De meningen zijn verdeeld. Sommige experts zeggen dat deze actie kortetermijneffecten heeft: mensen rijden die dag rustiger, maar vervallen daarna gewoon weer in hun oude rijgedrag. Anderen denken dat het wél bijdraagt aan een bredere gedragsverandering. Hoe dan ook: die flits, die voel je – letterlijk en figuurlijk.
Als je deze week de weg op moet, wees dan niet eigenwijs. Check van tevoren je route, weet waar je mogelijk gecontroleerd wordt, en pas je snelheid aan. Niet omdat we met het vingertje willen wijzen, maar omdat het je simpelweg geld en gedoe scheelt. En niemand zit te wachten op een envelop van het CJIB waar je hartslag van stijgt. Of erger nog: op een ongeluk dat voorkomen had kunnen worden.
Foto’s: AS Media